(geschreven door een assertieve moeder die door jeugdzorg angstig werd)

Onze zoon was zeven maanden toen hij in het Wilhelmina Kinderziekenhuis werd opgenomen. Daar werd een melding gedaan van mogelijke kindermishandeling en vervolgens werden wij door Bureau Jeugdzorg onterecht beschuldigd van zware kindermishandeling. We zijn ontzettend blij dat via deze website aandacht wordt gevraagd voor het fenomeen ‘shaken-baby-syndroom’ en de gevolgen daarvan;’ een situatie waarvan wij hopen dat niemand die ooit nog hoeft mee te maken.

Onze zoon was een gezellige en makkelijke baby. Hij was heel duidelijk in zijn communicatie. Hij huilde alleen als hij honger had, moe was of een schone luier nodig had. Als hij wilde slapen kreeg hij een knuffel, een speen en een muziekje. Dan draaide hij zich om een ging slapen. Wij kregen een compleet ander kind mee uit het ziekenhuis. Wanneer ik hem naar bed wilde brengen zette hij het op een krijsen zodra ik ook maar een stap richting de deur wilde zetten. Ik heb mijn zoon vier maanden niet naar bed kunnen brengen, Uiteindelijk ging hij alleen maar slapen als mijn vriend een zelfbedacht liedje voor hem zong.

Op het moment dat onze zoon in het ziekenhuis lag te vechten voor zijn leven en zijn ouders het hardst nodig had, mochten wij ’s nachts niet bij hem zijn en overdag mochten wij niet meer onafhankelijk van elkaar bij onze zoon zijn. Ik kon niet meer naar mijn werk en mijn vriend kreeg een acute hernia. Ondertussen werd onze zoon op alle mogelijke manieren onderzocht: pijnlijke bloedonderzoeken, extreem pijnlijke skeletonderzoeken waarbij elk bot in zijn lijf is gefotografeerd (de manier waarop hij op dat moment is behandeld is op zijn minst schrijnend te noemen; op zo’n afschuwelijke manier was mijn zoon nog nooit behandeld). Hij kreeg meer dan 20 verschillende specialisten aan zijn bed. Na drie weken zou onze zoon eindelijk uit het ziekenhuis worden ontslagen. Op dat moment zou hij door Bureau Jeugdzorg uithuis worden geplaatst mits wij konden regelen dat hij 24 uur per dag in het bijzijn van twee volwassen zou zijn. Gelukkig zijn wij in staat geweest om met een groep vrienden hiervoor te zorgen.

Wij hebben 4,5 maanden lang op elkaars lip geleefd. Wij moesten continue op dezelfde etage en in dezelfde kamer zijn als onze zoon. Ook midden in de nacht als onze zoon eventjes wakker werd. Wij voelden ons beroofd van onze vrijheid en de spanning werd om te snijden. In deze periode werden wij onderheven aan politieverhoren (in totaal 24 uur), onderzoeken en controles van vier verschillende afdelingen van Bureau Jeugdzorg en een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming. We moesten voor de Kinderrechter verschijnen en over onze zoon werd een Voorlopige Ondertoezichtstelling uitgesproken. We moesten het Signs-of-Safety programma doorlopen. Kortom: van april 2013 tot en met november 2013 hebben wij in een ware hel geleefd.

Het is nu bijna anderhalf jaar later en wij worden nog dagelijks geconfronteerd met deze situatie. Bij mijn vriend is de diagnose PTSS vastgesteld (posttraumatisch stress syndroom). Deze situatie heeft daaraan een wezenlijke bijdrage geleverd. Daarnaast ondergaat mijn vriend deze week een herniaoperatie. Hij heeft al een jaar niet kunnen werken, maar heeft met een hernia wel de afgelopen 7 maanden voor onze zoon moeten zorgen want wij kregen geen kinderopvangtoeslag meer. Dat betekende na alles wat onze zoon al had meegemaakt, dat hij ook nog bij zijn vriendjes werd weggehaald.

Zelf ben ik wel weer gaan werken echter in een baan die beduidend lager is dan het niveau waarop ik voorheen functioneerde, een dergelijke functie valt niet te combineren met de verplichtingen en die ons werden opgelegd. Inmiddels doet onze zoon het gelukkig heel goed. Hij is net 2 jaar geworden. We hebben hem nooit meer laten vaccineren en hij heeft geen gezondheidsproblemen meer gehad. Ik kan hem weer naar bed brengen; een speen, een knuffel en een muziekje geven en hij draait zich om een gaat slapen. Voor hem is de rust weder gekeerd.

Wij blijven leven in angst. Wanneer wij in het weekend bij een huisartsenpost komen, dan wordt onmiddelijk gevraagd hoe onze zoon aan zijn letsel is gekomen. Wij hebben ons afgemeld bij het consultatiebureau gezien onze zoon niet meer wordt gevaccineerd en de vragenlijst die wij kregen meer ging over hoe wij onze zoon opvoeden dan hoe onze zoon zich ontwikkeld. Binnen twee dagen stond een medewerker van het consultatiebureau bij ons op de stoep omdat hij onze zoon wilde zien. De continue bedreigende communicatie van overheidsinstanties is ontzettend intimiderend.

Wanneer mijn zoon is gevallen en een buil op zijn hoofd heeft, durf ik niet eens meer de straat op. Wanneer mijn zoon een – voor een 2 jarige typische – driftbui krijgt, ga ik onmiddelijk naar huis omdat ik bang ben dat iemand aangifte doet omdat ik mijn kind niet goed behandel. Hoewel onze zaak vrij snel is geseponeerd en wij niets fout hebben gedaan, leven wij nog steeds in angst en ben ik een heel onzekere moeder geworden.